Hoewel het antwoord op de vraag wat een materiele, echte onderneming is niet heel moeilijk lijkt wijst de praktijk uit dat het antwoord op die vraag zeker niet eenvoudig is. Het antwoord is wel van doorslaggevend belang om in aanmerking te komen voor het fiscaal aantrekkelijkste gebruik van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit.
Reden genoeg om te kijken of het mogelijk is om het bedrijf te kwalificeren voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten.
Een beleggingsportefeuille bijvoorbeeld is geen materiele onderneming en kwalificeert om die reden niet. In de jurisprudentie valt een bestendige lijn waar te nemen als het gaat om de beoordeling of er sprake is van een materiele onderneming. Pas als de te verrichten werkzaamheden regulier vermogensbeheer te boven gaan kan sprake zijn van een materiele onderneming.
In een recent door het Hof Leeuwarden gewezen zaak ging de discussie niet meer over de vraag of er sprake was van een materiele onderneming, maar over hoe die onderneming gewaardeerd zou moeten worden. De vraag waar het om draaide was of naast het directe rendement – de huurinkomsten – ook rekening moest worden gehouden met indirect rendement, de onderliggende waardestijging of daling. Het hof oordeelde dat ook rekening gehouden moest worden gehouden met het indirecte – gehele – rendement.
Vooral bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en het al dan niet kunnen kwalificeren als materiele onderneming zijn vragen waar tijdig aandacht aan hoort te worden geschonken. Heeft u er mee te maken, bel ons dan voor een afspraak.