Het is geen uitzondering meer dat een kind bij de langstlevende ouder intrekt om die ouder de laatste jaren van zijn of haar leven te verzorgen. Kan het kind na overlijden van die ouder ook in dat huis blijven wonen als het om een huurhuis gaat? Voor de beantwoording van die vraag is het van belang of er sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding.
Normaal gesproken is er bij ouders en inwonende kinderen geen sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding. Kinderen gaan immers vrijwel altijd “de deur uit”. Bij kinderen die na hun jeugd terugkeren en bij hun ouder(s) gaan inwonen kan er echter wel sprake zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding.
Uiteindelijk moet die duurzaamheid blijken uit de duur van de samenwoning en uit de omstandigheden van de samenwoning. Het moet de bedoeling van zowel ouder als kind zijn om hun huishouden gezamenlijk te voeren, waarbij beider inkomsten – al dan niet deels – zijn besteed aan de kosten van de gevoerde huishouding. Het is niet nodig om daarvan een gedetailleerde administratie te voeren.
Als blijkt dat de huishouding duurzaam gemeenschappelijk is gevoerd, dan kan de verhuurder de voortzetting van de huurovereenkomst niet weigeren. Hiertoe kan mogelijk ook het aanvragen van een mantelzorgcompliment behulpzaam zijn.
Wilt u meer weten over woonrechten na het overlijden van uw partner of ouders? Vraag het ons! Wij helpen u bij het vinden van juridisch onderbouwde antwoorden.