Voor minderjarige kinderen wiens
ouders beide overleden zijn en er geen testamentaire voogdijaanwijzing van de
ouders aanwezig is, benoemt de rechter vaak een familielid als voogd. De vraag
is of die benoemde voogd in zijn of haar testament weer een opvolgend voogd
over het kind kan benoemen.
Een dergelijke testamentaire
benoeming kan geen rechtsgevolg hebben. Immers, het Burgerlijk Wetboek bepaalt
dat (alleen) een ouder de mogelijkheid heeft om een voogd over zijn of haar
minderjarige kinderen aan te wijzen. Het is niet mogelijk dat iemand anders die
aanwijzing in een testament doet. Als de rechter vervolgens constateert dat er
om die reden geen ouderlijk gezag over het kind wordt uitgeoefend en dat er
géén geldige testamentaire voogdij is, moet de rechter ambtshalve een voogd
benoemen. Dat zal in veel gevallen een gecertificeerde instelling worden. Wilt
u dit voorkomen, dan is het zaak om de voogdij over uw minderjarige kinderen
goed te regelen.
Wilt u meer weten over gezag en
voogdij? Bel ons voor het maken van een afspraak.