Het is al lang geen uitzondering meer dat een kind een huis huurt van zijn of haar ouders. In veel gevallen is het de verwachting dat het kind het huis later koopt. Dat scheelt kosten omdat het de koopprijs kan worden afgestemd op de waarde in verhuurde staat. Het risico is dat de fiscus langs komt om zijn deel van het voordeel op te eisen en een aanslag schenkbelasting oplegt.
Het argument van de fiscus was in een concrete zaak eerder dit jaar voor de rechtbank Noord-Holland, dat met de overdracht de huurovereenkomst is beëindigd en de koper de meerwaarde van het huis bij doorverkoop kan innen. Met andere woorden, de fiscus wil de waarde van het huis in vrije staat belasten. Het verschil tussen werkelijke waarde en koopprijs wordt door de fiscus beoordeeld als belaste schenking.
Wil er sprake zijn van een schenking, dan moet er volgens de wet sprake zijn van een verarming bij de schenker en een verrijking van de ontvanger. Ook moet er sprake zijn van vrijgevigheid. Hoe zit dat in deze situatie?
Met de koop gaat het huurcontract op basis waarvan de zoon in het huis woonde, teniet. Om die reden moet de waarde van het huis worden berekend over de onbewoonde staat. Omdat de zoon het huis tegen een aanzienlijk lagere prijs heeft gekocht, is er sprake van verrijking bij de zoon en verarming bij de ouders. Ook is er sprake van vrijgevigheid omdat de ouders hebben gewild dat de zoon op deze manier zou worden verrijkt. Dat blijkt onder meer ook uit het feit dat er een taxatierapport aanwezig was waarin de waarde in vrije staat is vermeld.
Wilt u meer weten over de overdracht van een huis in relatie tot het schenkingsrecht? Bel ons voor het maken van een afspraak.