Veel samenwonende en getrouwde partners hebben ooit samen een huis gekocht. Als de relatie dan eindigt ligt het voor de hand dat de boedel – inclusief het huis – onderling verdeeld wordt. Soms leidt dat tot de noodzaak om het huis te verkopen en de verdeling vanuit de opbrengst te regelen. Beide partners kunnen echter ook anders of een genuanceerder regeling met elkaar afspreken. Dat zoiets altijd goed op schrift moet komen, lijkt een vanzelfsprekendheid. Dat gebeurt echter niet altijd. Met vervelende gevolgen.
De rechter kan dan nog maar een ding. Als beide partijen elk hun eigen lezing hebben over de nergens vastgelegde afspraken, kan de rechter niet vaststellen of zij daadwerkelijk op een bepaald moment een afspraak hebben gemaakt. Die conclusie is in dit geval nadelig voor de vrouw, aangezien zij zal moeten meewerken aan een eventueel door de man verlangde verkoop van het huis.
Voor de rechter is het uitgangspunt dat een partner niet kan worden verplicht om mee te werken aan het (nog) niet verdelen van de boedel na verbreking van de relatie. Een uitzondering daarop is alleen mogelijk als anders blijkt uit de aard van de gemeenschap, of als een van beiden door verdeling onevenredig in zijn of har belang wordt getroffen. Als dat niet het geval is, zal de vrouw in het omschreven voorbeeld moeten meewerken aan verkoop van de woning.
Wilt u meer weten over verdeling van boedel na verbreken van een relatie? Bel ons voor het maken van een afspraak.