De besteding van ontvangen schenkingen door een stichting kan nog wel eens vragen oproepen bij bijvoorbeeld erfgenamen van de schenker. De vraag is dan meestal of het stichtingsbestuur het geld wel conform het doel van de stichting heeft besteed.
In
een concrete zaak vond de voorzieningenrechter dat de erfgenamen recht hebben
op verantwoording door het bestuur omdat de schenkingen zijn gedaan en aanvaard
met de bedoeling de schenking aan te wenden aan door de stichting aan te wijzen
goede doelen. Volgens de voorzieningenrechter is daarmee bij de schenkingsovereenkomst
ook een overeenkomst tot opdracht of een daarmee vergelijkbare overeenkomst
ontstaan. De stichting is daardoor verplicht zich over het door haar gevoerde
beleid te verantwoorden Dat past ook bij het gegeven dat de overledene tot aan zijn
overlijden bestuurslid was van de stichting. Dat impliceert dat hij toezicht
wilde houden op de manier waarop van hem afkomstige gelden zouden worden
besteed.
Het
hof ziet het allemaal anders dan de voorzieningenrechter. Het bedrag dat is
geschonken is eigendom van de stichting. Uitgangspunt is dan ook dat de
besteding behoort tot de autonomie van de stichting. Van een voorwaarde of een
last tot het afleggen van rekening en verantwoording waaronder zou zijn
geschonken, is in de betreffende zaak niet gebleken. Ook het feit dat de
overledene gedurende zijn leven deel uitmaakte van het bestuur betekent niet
dat de stichting verplicht is rekening en verantwoording af te leggen aan de
erfgenaam.
Op zich is dit geen
verwonderlijke uitspraak, immers het bestuur van een stichting is in beginsel
uitsluitend verantwoording verschuldigd aan zichzelf. Wel is het mogelijk om of
bij het doen van een schenking te bepalen dat er bepaalde voorwaarden van
toepassing zijn. Ook kunt u in de statuten van de stichting bepalen dat er een
toezichthouder is aan wie rekening en verantwoording moet worden afgelegd.
Wilt u meer weten over het omgaan
met schenkingen door stichtingen? Bel ons voor het maken van een afspraak.