De fiscale mkb-winstvrijstelling moet ook gelden als een eenmanszaak, vennootschap onder firma of maatschap in een bepaald jaar met terugwerkende kracht tot 1 januari in de vorm van een BV wordt gedreven. Het definitieve oordeel hierover is aan de Hoge Raad.
Hoe werkt het? Firmanten brengen hun onderneming met terugwerkende kracht per 1 januari in in een BV. Na het ondertekenen van een intentieverklaring richten zij ook de BV op. De getekende voorovereenkomst (de intentieverklaring) leidt er toe dat de oprichting terugwerkt tot 1 januari van het oprichtingsjaar. De overdrachtswinst is onderdeel van de aangifte inkomstenbelasting van datzelfde jaar. Op die overdrachtswinst mag de stakingsaftrek fiscaal in mindering worden gebracht. De belastinginspecteur vindt dat voor de mkb-vrijstelling niet eenzelfde aftrekmogelijkheid geldt. Op grond van de wettekst een juiste redenering.
Toch vindt de Advocaat-Generaal (AG) in zijn advies aan de Hoge Raad dat dit voor IB-ondernemers die in enig jaar hun onderneming – met afrekening over stille reserves – inbrengen in een BV wel in aanmerking te laten komen voor de mkb-winstvrijstelling. De Belastingdienst neemt ondanks het ontbreken van het ondernemerschap in het betreffende jaar het standpunt in dat een IB-ondernemer wel recht heeft op de stakingsaftrek in dat jaar. De AG vindt dat dit dan ook zou moeten gelden voor de mkb-winstvrijstelling. Het wachten is nu op de Hoge Raad.
Wilt u meer weten over legaten en termijnen die u daarbij wilt stellen? Bel ons of klik op de link “Meer informatie” op onze homepage en wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.