Tijdelijke (ver)huur van woonruimte juridisch goed houdbaar

Al meer dan een jaar vraagt de mogelijkheid van tijdelijke (ver)huur van woonruimte aandacht van huizenbezitters, woningzoekenden, politici en juristen. De slechte situatie op de woningmarkt maakt de behoefte alleen maar sterker. De sterke bescherming van een huurder is nogal eens reden voor verhuurders om toch maar geen huurovereenkomst voor bepaalde tijd te sluiten. Toch zijn er wel degelijk juridisch houdbare mogelijkheden.

Er zijn twee mogelijkheden om houdbare huurovereenkomsten voor bepaalde tijd af te sluiten. De eerste heeft betrekking op de situatie waarin u eigenaar bent van een onbewoonde woonruimte die voor verkoop, afbraak of vernieuwbouw is bestemd. U kunt in dat geval bij uw gemeente een vergunning aanvragen om een tijdelijke huurovereenkomst aan te gaan. Deze mogelijkheid is gebaseerd op de Leegstandswet.

De tweede mogelijkheid is als er in uw situatie sprake is van huur van woonruimte waarvan het gebruik “naar zijn aard” slechts van korte duur is. In die situatie stelt de wet de bescherming van de reguliere woonruimtebepalingen buiten werking.

 

Bij een beroep op de Leegstandswet zal het College van B&W uw aanvraag toetsen en de belangen wegen die de positie van partijen overstijgen, denk aan volkshuisvestingsbelangen. Bij een positief besluit kunt u een schriftelijke huurovereenkomst van ten minste zes maanden aangaan. Voor u geldt een opzegtermijn van minimaal zes maanden en voor de huurder een opzegtermijn van maximaal een maand.

Omdat een versoepeling van de Leegstandswet aanstaande is, ligt een beroep hierop het meest voor de hand. De gemeente mag dan geen eisen meer stellen die niet in de wet staan, en ook niet meer een maximale huurprijs vaststellen. De maximale termijn voor verhuur wordt verlengd van vijf naar zeven jaar. Als klap op de vuurpijl wordt de vergunning van rechtswege (= automatisch) verleend als de gemeente niet binnen acht weken op uw aanvraag heeft gereageerd.

De gemeente heeft geen rol bij de tweede mogelijkheid. Als het gebruik van de woning “naar zijn aard” van korte duur is, gaat het om de bedoeling van de betrokken partijen, om de feitelijk situatie en de aard van het concrete gebruik. Het is aan de rechter om die achteraf – als er geschillen zijn – aan het huurrecht te toetsen.

Wilt u meer weten over de juridisch juiste weg voor het tijdelijk huren of verhuren van woonruimte? Bel ons! Wij helpen u bij het vinden van een maatwerkregeling voor uw situatie.