Er is al veel geschreven over de AWBZ en de (on)mogelijkheden om het vermogen te verminderen. Mensen proberen op verschillende manieren hun vermogen te verkleinen, om zodoende minder eigen bijdrage AWBZ te hoeven betalen. Er zijn inmiddels meerdere rechterlijke uitspraken over dit onderwerp. De uitkomst is sterk afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval dat aan de orde is, maar uit de uitspraken kan wel worden afgeleid waar volgens de rechter de grenzen liggen en welke criteria daarbij worden gehanteerd. Begin april 2014 zijn enkele interessante vonnissen gewezen, waarvan er hierna drie worden uitgelegd.
Het eerste geval betrof een in gemeenschap van goederen getrouwd echtpaar. Het vermogen van de man was onder bewind gesteld. Zijn vrouw was overleden. De bewindvoerders wilden machtiging van de kantonrechter om haar nalatenschap namens de man te verwerpen (afstand doen). Als hij van zijn echtgenote zou erven, zou zijn vermogen aanzienlijk toenemen en zou de bijdrage AWBZ ook fors toenemen. De kantonrechter wees het verzoek toe.
Hij overwoog onder meer dat verwerping van de nalatenschap geen vermindering van het vermogen van de man tot gevolg had. Toen zijn echtgenote nog leefde had hij de helft van de gemeenschap van goederen en dat wijzigt niet door de verwerping. Het echtpaar had bovendien testamenten gemaakt, met de bedoeling om bij overlijden de meest gunstige financiële situatie te creëren. Ook waren er volmachten verleend, waarin de bevoegdheid tot het verwerpen van een nalatenschap was toegekend. Verder had de man voldoende vermogen, waardoor zijn verzorging in de instelling waar hij verbleef, niet in gevaar zou komen.
In het tweede geval was sprake van een echtpaar dat getrouwd was in gemeenschap van goederen. Het vermogen van de man was onder bewind gesteld. De vrouw was benoemd tot bewindvoerder over het vermogen van haar man. Zij wilde ieder van hun twee kinderen een bedrag van € 30.000 schenken. De schenking wordt betaald uit de gemeenschap van goederen, dus ook uit het deel van de man. Daarom had de vrouw voor de schenking machtiging van de kantonrechter nodig. De kantonrechter verleende de machtiging.
Hij overwoog dat het echtpaar vóór de instelling van het bewind regelmatig schenkingen aan de kinderen had gedaan. Er was daarmee sprake van een schenkingstraditie. Verder bedroeg het vermogen van het echtpaar ruim een miljoen euro, waardoor het niet te verwachten was dat deze schenking de financiële positie van de man en zijn toekomstige verzorging in gevaar zou brengen. Ook vond de kantonrechter dat weigering van de machtiging de vrouw onredelijk veel zou beperken in haar wens om de kinderen tijdens haar leven een gedeelte van haar vermogen te schenken.
In de derde uitspraak verleende de kantonrechter géén machtiging. Het ging om een persoon van wie het vermogen onder bewind was gesteld. De bewindvoerders wilden een BV oprichten met de onderbewindgestelde als bestuurder en enig aandeelhouder. De bedoeling was om een bedrag van € 170.000 in de BV te storten, zodat dit fiscaal niet meer in box 3 zou vallen, maar in box 2. Het geld zou daarmee niet meer meetellen voor de eigen bijdrage AWBZ. De kantonrechter overwoog dat het vermogen, als het ingebracht is in de BV, aan het rechterlijk toezicht wordt onttrokken. De bewindvoerders zouden, als vertegenwoordigers van de bestuurder en enig aandeelhouder van de BV, de BV allerlei transacties met het geld kunnen laten doen zonder rechterlijk toezicht. Het motief voor oprichting van de BV neigt naar wetsontduiking. Het doel is immers het ontwijken van betaling van belasting en de eigen bijdrage AWBZ. Van de rechter mag worden verwacht dat hij aan een dergelijke constructie niet meewerkt.
In de praktijk blijkt dat ook nadat een bewind is ingesteld, er nog steeds wel mogelijkheden zijn om het vermogen te verminderen of niet te laten toenemen. Echter, de uitkomst van een verzoek tot machtiging in een concrete situatie is onzeker omdat het afhangt van allerlei feitelijke omstandigheden. In veel gevallen geldt dat “voorkomen beter is dan genezen”. Een volmacht of levenstestament kan voorkomen dat u onder bewind wordt gesteld, als u uw financiële zaken niet meer zelf kunt regelen. Neemt contact met ons op voor meer informatie.