In familiebedrijven is het niet ongebruikelijk dat meerdere kinderen een ruime volmacht hebben om de vennootschap(pen) te vertegenwoordigen. Soms doen zich dan problemen voor als de vennootschap wordt ontbonden en een curator wordt benoemd. De curator wil in dergelijke situaties dat de gevolmachtigden rekening en verantwoording over het gevoerde beheer aan hem afleggen. Meestal leidt dat niet tot problemen, maar er zijn wel eens broers en zussen die niet zo coöperatief zijn.
- Wat zijn de redenen waarom het beheer is gevoerd?
- Welke verhouding bestond tussen degene die het beheer voerde en de rechthebbende?
- Wat is in de relatie tussen partijen of in soortgelijke gevallen gebruikelijk?
- In welke mate mocht degene die het beheer voerde, dat zelfstandig doen en daarnaar handelen?
- In welke mate was/waren de rechthebbende(n) in staat om de handelingen van degene die het beheer voerde te overzien, en voor zijn of haar belangen op te komen?
In deze situatie was het “dwarsliggende” kind gevolmachtigd om geld van de rekeningen van de vennootschappen op te nemen. Dat heeft hij ook gedaan. Zijn broer en zussen hebben ook volmachten en zijn ook mede-aandeelhouders. Er is twijfel over de herkomst en de bestemming van het opgenomen geld. Dat komt onder meer omdat de vennootschappen geen activiteiten meer ontplooiden. Bovendien worden de vennootschappen op grond van de statuten bestuurd door een trustkantoor.