Niet alleen in vrije tijd, maar permanent wonen in een vakantiehuis op een mooie plek. Veel mensen zouden het graag willen. Voor u er aan begint, is het verstandig om eerst maar bij de gemeente te informeren naar het bestemmingsplan. Vrijwel altijd blijkt dan dat permanente bewoning niet is toegestaan. Vrijwel altijd, maar niet altijd.
Als uit het bestemmingsplan een woonbestemming blijkt, kunt u er gerust permanent gaan wonen. Meestal echter is er een recreatiebestemming van toepassing. Daarin is onder meer aangegeven hoeveel dagen u maximaal in het recreatiehuis mag verblijven. In de praktijk blijke sommige gemeenten ondanks een recreatiebestemming toch permanente bewoning (hoofdverblijf) te gedogen.
Aan permanente bewoning zijn wel regels verbonden. Wie in een half jaar tijd vier maanden of langer in het vakantiehuis doorbrengt, moet zich – wettelijk – verplicht laten inschrijven op dat adres. Als er voor het recreatiehuis hypotheekrente wordt afgetrokken, is er per definitie sprake van hoofdverblijf. Ook als het merendeel van uw sociale activiteiten daar plaatsvinden, wordt de recreatiewoning als hoofdverblijf aangemerkt.
Zoals vermeld is hypotheekrente alleen aftrekbaar voor het huis dat uw hoofdverblijf is. Wie naast een recreatiewoning nog een ander (huur)huis heeft, dan mag alleen voor het hoofdverblijf hypotheekrente aftrekken van de inkomstenbelasting.
De waarde van de recreatiewoning moet u opgeven in box 3, daar betaalt u vermogensrendementsheffing over. U mag echter – als het huis in Nederland staat – wel de schuld van de daarop betrekking hebbende lening van de (WOZ)waarde aftrekken.
Wilt u meer weten over het kopen van een recreatiewoning en de consequenties daarvan? Bel ons voor het maken van een afspraak.