Waren het twintig jaar gelden nog vooral jonge mensen die een samenlevingscontract aangingen, tegenwoordig zijn samenlevingscontracten gemeengoed in alle leeftijdscategorieën. Bij oudere samenlevers kan dat in sommige gevallen tot discussies met nabestaanden leiden, bijvoorbeeld als een der partners – met kinderen uit een eerdere relatie – niet meer wilsbekwaam is en later in een verpleeghuis is opgenomen en daar overlijdt.
Het is in de meeste samenlevingscontracten gebruikelijk een verblijvensbeding en een overnemingsbeding op te nemen voor het geval de samenlevingsovereenkomst door overlijden van een van beiden eindigt. Wat nu als een van beiden gedwongen wordt opgenomen in een gesloten afdeling van een verpleeghuis en daar later overlijdt? De vraag is dan of het samenlevingscontract is geëindigd op het moment van opname of op het moment van overlijden? Het antwoord op die vraag is bepalend voor het al dan niet uitvoeren van het verblijvens- en overnemingsbeding.
Van feitelijke verbreking van de samenleving is sprake op het moment van opname. De rechtbank Gelderland vindt het te gemakkelijk om van deze taalkundige uitleg uit te gaan. De rechtbank vindt dat er ook moet worden gekeken naar de bedoelingen van de partners ten opzichte van elkaar. Daarbij is het relevant of de thuiswonende partner zo lang mogelijk voor de opgenomen partner wilde zorgen, dat hij of zij de affectieve relatie wilde voortzetten
Dat allemaal zo zijnde vindt de rechtbank Gelderland dat in die situatie het samenlevingscontract pas is geëindigd door het overlijden van de opgenomen partner. De kinderen uit een eerdere relatie van de overleden partner moeten dan meewerken aan uitvoering van het verblijvens- en overnemingsbeding.
Wilt u meer weten over de werking van verblijvens- en overnamebedingen is specifieke situaties? Neem contact met ons op en wij bieden u inzicht in de regels en in de mogelijkheden om afwikkeling conform uw wensen vast te leggen.