Als iemand overlijdt komt het soms
voor dat er niemand bekend is die de uitvaart wil verzorgen of de afwikkeling
van de nalatenschap op zich wil nemen. Dit kan komen omdat er geen erfgenamen
(lijken) te zijn of omdat de erfgenamen de nalatenschap niet willen aanvaarden.
Wat gebeurt er dan in zo’n situatie?
Meestal is het zo dat in een
dergelijk geval de politie, de uitvaartondernemer of een persoon zich bij de
gemeente meldt. In de eerste plaats wordt in de Wet op de lijkbezorging (Wlb)
bepaald dat de gemeente waar de persoon is overleden de opdrachtgever is voor
de uitvaart en deze ook voor haar rekening neemt, dit ongeacht de vraag of de
nalatenschap negatief (alleen maar schulden blijven over) of positief (na
betaling van alle schulden blijft er een positief saldo er over) is. De kosten
van uitvaart kunnen door de gemeente wel worden verhaald op de nalatenschap
en/of op erfgenamen.
De gemeente zal vervolgens gaan
zoeken naar de erfgenamen en wat de bezittingen of schulden zijn. Daarvoor zijn
er in deze zoektocht wel wat wegen te bewandelen.
In de landelijke basisregistratie personen wordt gezocht naar erfgenamen
(partner, kinderen, ouders, broers of zussen, enzovoorts). Ook zal de gemeente
nazien in het Centraal Testamentenregister of de overledene een testament heeft
gemaakt. De gemeente neemt dan contact op met de notaris waar het testament is
opgesteld. Als uit het testament blijkt wie de erfgenamen zijn worden deze in
beginsel benaderd door de gemeente.
De woning van de overledene kan ook
door de gemeente worden bezocht om te zoeken naar laatste wensen of financiële
gegevens voor verhaalsmogelijkheden. Ook bij het kadaster kan worden nagegaan
of er onroerende zaken op naam staan van de overledene. En zo zijn er nog wel
meer mogelijkheden zoals het nagaan van gegevens bij de Kamer van Koophandel,
het RDW, het Verbond van Verzekeraars, enzovoorts. In een dergelijke nalatenschap
hoeven zich dus niet alleen schulden te bevinden. Er kan dus ook sprake zijn
van bezittingen zoals bijvoorbeeld spaargeld of een woning.
De gemeente gaat ook na via het
boedelregister bij de betreffende rechtbank (die hoort bij de laatste
woonplaats van de overledene) of erfgenamen de nalatenschap hebben verworpen of
(beneficiair) aanvaard.
Rijksvastgoedbedrijf
In principe doet de gemeente dus een
eerste verkenning naar de erfgenamen en kan de haar bekende erfgenamen dan
benaderen. De gemeente kan echter ook na deze eerste verkenning de nalatenschap
aanmelden bij het Rijksvastgoedbedrijf die de afwikkeling dan eventueel van de
gemeente over neemt. Overigens neemt het Rijksvastgoedbedrijf de afwikkeling
alleen op zich als de baten in verhouding staan tot de kosten van het uitzoeken
van de nalatenschap en het achterhalen van de mogelijke erfgenamen.
Het Rijksvastgoedbedrijf onderzoekt
verder of het de nalatenschap kan afwikkelen, met als doel om gelden en
goederen uit de onbeheerde nalatenschap zoveel mogelijk ten gunste van
traceerbare erfgenamen te laten komen. Als het Rijksvastgoedbedrijf een of
meerdere erfgenamen heeft gevonden dan worden die erfgenamen geadviseerd naar
een notaris te gaan. Het Rijksvastgoedbedrijf draagt het dossier dan over aan
de eerste notaris die zich meldt op verzoek van een erfgenaam en stopt dan met
de werkzaamheden. Aan erfgenamen die niet reageren, stuurt het Rijksvastgoedbedrijf
een brief dat het een vereffenaar laat benoemen om de nalatenschap af te
handelen. Dat is in de regel ook een notaris. Zijn de erfgenamen onvindbaar,
dan wordt het Rijksvastgoedbedrijf zelf de vereffenaar.
De
Staat is erfgenaam
Als er voor een nalatenschap
uiteindelijk toch geen erfgenamen tot in de 6e graad (kort gezegd
overgrootouders en afstammelingen daarvan) te vinden zijn, of als er 20 jaar lang
geen aanspraak is gemaakt op de erfenis, dan vervalt de erfenis aan de Staat.
Dit laatste gebeurt ook als ondanks
uitgebreid onderzoek onduidelijk is of er erfgenamen zijn. De te gelde gemaakte
goederen en (spaar)gelden worden na betaling van de kosten en schulden gestort
in de consignatiekas en na 20 jaar vervallen deze gelden aan de Staat. Het
ministerie van Financiën wordt verzocht om het geld te mogen storten in de
consignatiekas. Van de storting vindt publicatie plaats op internet en in de
Staatscourant. Een erfgenaam die zich meldt met een officiële notariële
verklaring van erfrecht kan dit bedrag nog 20 jaar lang opeisen.
Heeft u vragen over afwikkeling van
uw eigen of een andere nalatenschap? Neemt u dan contact op met de notaris, wij
adviseren u graag.