Het komt wel voor dat een bestuurslid van een stichting naast zijn of haar bestuurlijke inzet ook betaalde (advies)werkzaamheden voor diezelfde stichting verricht. Dat vraagt om een goede rechtsgrond, bijvoorbeeld een voorafgaand besluit van het stichtingsbestuur.
Statuten
van stichtingen bevatten over het algemeen een bepaling dat bestuursleden geen
beloning voor hun bestuurswerkzaamheden ontvangen. Als een stichtingsbestuurder
uit andere hoofde, bijvoorbeeld vanuit zijn of haar eigen onderneming werkzaamheden
voor diezelfde stichting verricht, moet daaraan een besluit van het
stichtingsbestuur ten grondslag liggen, blijkend uit notulen.
Zo
moest er onlangs een rechtbank aan te pas komen in een kwestie waarin een enig
bestuurslid van een stichting in zijn hoedanigheid van adviseur betaalde
advieswerkzaamheden voor de stichting had verricht en vervolgens ook in zijn
hoedanigheid als bestuur decharge / finale kwijting had verleend.
De
wet schrijft voor stichtingen nog niet voor dat een bestuurder met een tegenstrijdig
belang zich onthoud van deelname aan besluitvorming. Er is nog slechts een
wetsvoorstel waarin dat geregeld wordt, maar dat is nog geen wet. Daarin
schuilt voor de bestuurder dus nog geen strijd met de wet en kan het besluit
niet als nietig worden beschouwd. Daarentegen is het besluit tot decharge /
finale kwijting wel vernietigbaar omdat het in strijd is met de redelijkheid en
billijkheid waarmee een bestuurslid zich moet gedragen is. Die strijdigheid is
helder waar alleen dat bestuurslid een besluit tot decharge c.q. finale
kwijting van zichzelf als bestuurslid neemt.
De
rechter stelt dat er aan een beloningsafspraak voor te verrichten werkzaamheden
door een van de bestuursleden een rechtsgeldig besluit ten grondslag moet
liggen, bijvoorbeeld blijkend uit notulen. Dat wordt nog eens onderstreept als in
de statuten van de stichting uitdrukkelijk is bepaald dat de leden geen
beloning voor hun bestuurswerkzaamheden ontvangen. Zeker in geval van een
tegenstrijdig belang moet van een rechtsgeldige afspraak blijken. Omdat die
niet aan de rechter is overlegd, gaat die er van uit dat er geen afspraak is.
Het bestuurslid krijgt van de rechter nog de mogelijkheid om dit bewijs te
leveren.
Wilt
u meer weten over tegenstrijdig belang in stichtings- en verenigingsbesturen?
Bel ons voor het maken van een afspraak.