(Bron
KNB) De zogenoemde antimisbruikbepaling bij de startersvrijstelling in de
overdrachtsbelasting wordt gewijzigd. Voor de startersvrijstelling en het
verlaagde tarief van 2 procent wordt voortaan ook rekening gehouden met
onvoorziene omstandigheden die zich voordoen vóór de verkrijging. En er komt
een vrijstellingsregeling voor bepaalde gevallen van terugkoop van een woning.
Deze maatregelen staan in het wetsvoorstel Belastingplan 2022 dat
staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën dinsdag tijdens Prinsjesdag heeft
ingediend bij de Tweede Kamer.
Om
te voorkomen dat woningen gesplitst worden verkregen om op die manier onder de
woningwaardegrens van € 400.000 te blijven, is in de Wet op belastingen van
rechtsverkeer (WBR) een antimisbruikbepaling opgenomen (artikel 9 lid 7 WBR).
Deze bepaling wordt enerzijds aangescherpt en anderzijds versoepeld. Zo wordt
toegevoegd dat deze bepaling ook van toepassing is als binnen een jaar na een verkrijging
waarbij de startersvrijstelling is toegepast een zogenoemde aanhorigheid, zoals
een garage of schuur, wordt verkregen. Hierbij moet de waarde van de
verkrijgingen samen de woningwaardegrens overschrijden. Aan de ander kant is de
antimisbruikbepaling straks niet meer van toepassing op verkrijgingen door
onder meer personen die erven van iemand die de startersvrijstelling heeft
toegepast. De wijziging van artikel 9 lid 7 WBR werkt door naar artikel 14 WBR,
waar een nieuw lid 3 wordt ingevoegd.
Onvoorziene
omstandigheden
Om
de startersvrijstelling of het verlaagde tarief van 2 procent te mogen
toepassen, moet worden voldaan aan het hoofdverblijfcriterium. De WBR biedt de
mogelijkheid om hierbij rekening te houden met onvoorziene omstandigheden die zich
voordoen ná de verkrijging (artikel 15a lid 5 WBR), zoals overlijden of
scheiding. Niet geregeld is dat hierbij rekening kan worden gehouden met
onvoorziene omstandigheden die zich voordoen nadat de koopovereenkomst tot
stand is gekomen maar vóór de verkrijging. In het wetsvoorstel wordt
voorgesteld dit te regelen in artikel 15a lid 5 nieuw WBR.
Terugkoop
De
staatssecretaris heeft de Tweede Kamer eerder beloofd te onderzoeken of het
mogelijk is om in bepaalde gevallen van terugkoop in verband met een verkoopregulerend
beding af te zien van het hogere tarief van 8 procent. Naar aanleiding van dit
onderzoek wordt voorgesteld in de WBR een vrijstelling van overdrachtsbelasting
op te nemen voor deze gevallen (artikel 15 lid onderdeel t WBR). Het gaat om gevallen
waarin een woning wordt teruggekocht en verkregen van een natuurlijke persoon
in verband met een verkoopregulerend beding dat bij de eerdere verkrijging aan
deze persoon is opgelegd. In deze situaties is het – onder bepaalde voorwaarden
– niet wenselijk de verkrijging tegen 8 procent te belasten, ondanks dat de
verkrijger (bijvoorbeeld een woningcorporatie) de woning niet als hoofdverblijf
gaat gebruiken.
Zes
wetsvoorstellen
Het
wetsvoorstel Belastingplan 2022 maakt deel uit van het Pakket Belastingplan
2022, dat dit jaar bestaat uit 6 wetsvoorstellen: Belastingplan 2022, Overige
fiscale maatregelen 2022, Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten,
Wet delegatiebepalingen tegemoetkoming schrijnende gevallen, Wet implementatie
belastingplichtmaatregel uit de tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking en
Wet verlaging tarief verhuurderheffing en maandelijkse wijziging bedragen
heffingsverminderingen.
Vervolg
De
commissie voor Financiën van de Tweede Kamer gaat de wetsvoorstellen nu
schriftelijk behandelen, zodat deze half november plenair kunnen worden
besproken. Hierna kan de Eerste Kamer ermee aan de slag.