Bij benoeming van een bewindvoerder moet zoveel mogelijk worden gezocht naar mensen die dichtbij de onder bewind gestelde staan. Het Hof Arnhem-Leeuwarden heeft dat bepaald in een zaak waarin dementie aan de orde was. De kantonrechter had overeenkomstig de wens van de patiënt/ouder het oudste kind tot bewindvoerder benoemd.
Uit de wet volgt dat de rechter bij benoeming van een bewindvoerder de voorkeur van de onder bewind te stellen persoon volgt. Alleen als er gegronde redenen zijn, mag daarvan worden afgeweken. Als er een partner is, wordt die tot bewindvoerder benoemd. Als die er niet is, dan krijgen ouders, kinderen, broers of zusters de voorkeur.
Uit de verklaring van de specialist blijkt weliswaar dat de ouder niet in staat is haar eigen vermogensbelangen te behartigen, maar wel kan aangeven wie zij vertrouwt en wie haar belangen moet behartigen. Er is daarom geen reden om die voorkeur te negeren. De keuze voor een bewindvoerder moet zoveel mogelijk aansluiten bij wie het meest nabij is aan de onder bewind te stellen persoon. Omdat het oudste kind altijd het meeste contact heeft onderhouden en ook de andere kinderen haar benoeming steunen, is er voor het Hof geen enkele reden om anders te beslissen.
Wilt meer weten over bewindvoering in het algemeen of het benoemen van een bewindvoerder in het bijzonder? Bel ons voor het maken van een afspraak.