Arbitrage bij geschillen heeft in veel contracten een plek veroverd. Geregeld wordt dan dat bij onenigheid partijen hun geschil verplicht moeten voorleggen aan arbiters van het Nederlands Arbitrage Instituut. Meestal is dat een kostbare aangelegenheid, die voor sommigen niet betaalbaar is. De rechter heeft voor die verplichting nu een stokje gestoken. Die verplichte gang naar arbitrage staat een goede rechtsgang voor ieder in de weg.
In het algemeen geldt dat voor toegang tot de rechter griffierechten geen wezenlijke belemmering mogen vormen. Een zaak waarin de rechter onlangs uitspraak deed betrof een vrouw die haar relatie financieel wilde afwikkelen. Haar partner beriep zich op de arbitrageclausule in het samenlevingscontract en achtte de rechtbank om die reden niet bevoegd.
Een arbitragebeding is in principe geldig, maar dan moet toepassing op grond van redelijkheid en billijkheid wel aanvaardbaar zijn. In dit geval zou de vrouw bij het arbitrage-instituut bijna € 2.500 administratiekosten moeten betalen plus een depot van € 20.000 moeten storten. Bovendien zou zij als voorschot een uurtarief van € 450 moeten betalen. Dat kon zij niet opbrengen, waarmee zij belemmerd werd in haar recht op toegang tot de rechter. Omdat zij bij een procedure bij de rechter in aanmerking zou komen voor gefinancierde rechtsbijstand, zou zij daar slechts € 306 hoeven bijdragen.
Voor de rechter was dit alles reden om het arbitragebeding buiten toepassing te verklaren.
Wat zijn de alternatieven voor arbitrage? Een gang naar de rechter is dus een goede mogelijkheid, maar die procedure kan lang duren. Een andere – ook vriendelijke mogelijkheid – is het inzetten van mediation. Bezint eer ge begint. Een arbitragebeding lijkt misschien een vriendelijke oplossing in het contract, maar kan tot buitensporige kosten leiden. Houd bij voorkeur de mogelijkheid voor toegang tot de rechter en mediation open.