Zelfbeschikking van ieder mens afzonderlijk is een groot goed in het recht. Niet iedereen kan die verantwoordelijkheid zelf aan. In die situaties zijn beschermingsmaatregelen als bewind, mentorschap en curatele mogelijk. De betrokkene kan daar echter tegen in het geweer komen. Bijvoorbeeld als deze beseft wel hulp en advies nodig te hebben, maar vindt dat hij of zij die ook zonder beschermingsmaatregelen kan inwinnen. Het woord is dan aan de rechter.
Dergelijke problemen kunnen zich voordoen als ouders bewind over de goederen van- en instelling van mentorschap over hun nog minderjarige kind aanvragen met ingang van de datum waarop deze meerderjarig al worden. Dat gaat meestal gepaard met het verzoek beide ouders vanaf die datum dan ook tot bewindvoerders en mentoren aan te stellen.
Beschermingsmaatregelen mogen niet verder ingrijpen in iemands zelfbeschikkingsrecht dan strikt noodzakelijk. Bovendien zou het moeten helpen bij het verbeteren van de zelfredzaamheid van de betrokken persoon. Dat iemand advies en hulp kan vragen aan ouders of derden is niet voldoende om een goede belangenbehartiging te garanderen. Dat laatste is juist ook van belang als betrokkenen niet zelf de stap neemt om hulp of advies te vragen. Als iemand niet of nog niet in staat is om zelf voor zijn of haar belangen te zorgen, dan rest geen andere mogelijkheid dan bewindvoering en/of mentorschap.
Bewindvoerders en mentoren zijn wel gehouden om de zelfredzaamheid van degene die zij onder hun hoede hebben, te bevorderen. De rechter verwacht dan ook periodiek rapportage om te kunnen beoordelen of de beschermende maatregelen nog moeten blijven bestaan of vervangen kunnen worden door lichtere mogelijkheden.
Wilt u meer weten over beschermingsmaatregelen? Bel ons voor het maken van een afspraak.