Het komt regelmatig voor dat echtparen die in gemeenschap van goederen getrouwd zijn tijdens hun huwelijk alsnog huwelijkse voorwaarden opmaken. Er zijn tal van argumenten op basis waarvan die beslissing genomen wordt. Met één argument moet u voorzichtig zijn. Dat is als u verwacht dat er in de periode daarna een faillissement bij u of uw partner of diens onderneming in het verschiet zou kunnen liggen.
U kunt zich later niet achter de notaris verschuilen, die immers vooraf een toets op benadeling van schuldeisers doet. Die toets betekent niet dat de rechter achteraf niet kan ingrijpen. In dergelijk gevallen zal de curator de rechter vrijwel zeker om vernietiging van de huwelijkse voorwaarden vragen, bijvoorbeeld omdat de overwaarde van uw huis voor de helft buiten de failliete boedel valt.
De rechter kan daarmee ook achteraf toetsen of de gezamenlijke schuldeisers van de failliete partner zijn benadeeld omdat er nu minder vermogen beschikbaar is om de schulden te voldoen. Als u geen huwelijkse voorwaarden had laten opmaken, was er meer geld voor de schuldeisers geweest.
U komt ook niet weg met de opvatting dat u niet wist of zou hebben moeten weten dat schuldeisers door de huwelijkse voorwaarden benadeeld zouden worden. Al met al is er dan voldoende basis voor de rechter om te veronderstellen dat u wel wist dat u met de huwelijkse voorwaarden de schuldeisers zou benadelen. Als u dat niet voldoende gemotiveerd weet te weerleggen zullen de huwelijkse voorwaarden worden vernietigd.
Wilt u meer weten over het opmaken van huwelijkse voorwaarden tijdens uw huwelijk en hoe u bovenstaande risico’s voorkomt? Bel ons voor het maken van een afspraak.