Hertrouwclausule ook van toepassing bij geregistreerd partnerschap


In
de meeste testamenten is geregeld dat kinderen bij het overlijden van een van
hun ouders een niet-opeisbare vergoeding krijgt op de langstlevende ouder.
Hieraan zijn meestal ook voorwaarden verbonden.
Een
van de voorbeelden van dergelijke voorwaarden is dat de langstlevende ouder bij
hertrouwen zekerheid moet stellen voor de kinderen bij hertrouwen in gemeenschap
van goederen. De vraag is of die clausule ook geldt als de langstlevende ouder
een geregistreerd partnerschap zonder partnerschapsvoorwaarden aangaat. Dan
geldt namelijk de wettelijke gemeenschap van goederen.

Het
Hof Arnhem beantwoordde deze vraag aan de hand van “redelijkheid en
billijkheid”. Daarbij keek het Hof naar de bewoordingen van de clausule en in
het testament, naar de omstandigheden waaronder de clausule is opgenomen en
naar de identificeerbare bedoelingen van partijen destijds. Verder is van
belang wat de notaris destijds aan partijen heeft verteld over de inhoud en
strekking van het beding en de betekenis daarvan.
Het
Hof zag de bedoeling van de clausule om de kinderen als schuldeisers te
beschermen tegen mogelijk nadelige gevolgen van het ontstaan van een
gemeenschap van goederen. Een nadelig gevolg zou kunnen zijn dat de nieuwe
partner vooral schulden inbrengt, waarmee de verhaalsmogelijkheden van de
kinderen zouden kunnen worden beperkt.

Een
redelijk uitleg rechtvaardigt dat onder de clausule ook de situatie van een
gemeenschap van goederen valt die ontstaat door het aangaan van een
geregistreerd partnerschap, ook al is dat niet met zoveel woorden genoemd en
hebben partijen daarover ook niet gesproken.

Wilt
u meer weten over het stellen van voorwaarden in uw testament? Bel ons voor het
maken van een afspraak.