Heeft u een samengesteld gezin (met eigen kinderen, stiefkinderen of zelfs pleegkinderen)? Wie erft er dan van u volgens de wet, en kunt u dit ook anders regelen?
Het erfrecht en het samengestelde gezin: deel 1 over de ‘juridische familieband’
Er zijn steeds meer samengestelde gezinnen. Door tweede huwelijken is in gezinnen sprake van kinderen die beide ouders gemeenschappelijk hebben en kinderen die dat niet hebben. Ook zijn er gezinnen met pleegkinderen.
Hoe zit het met de rechten van die kinderen op het gebied van erfrecht en de erfbelasting ten opzichte van hun (stief)ouders of grootouders en ten opzichte van elkaar?
In dit artikel wordt daarop nader ingegaan. U leest allereerst over de manier waarop ‘juridische’ familiebanden kunnen ontstaan. Dat is een vereiste om – als er géén testament is gemaakt – van elkaar te kunnen erven. In deel 2 over het erfrecht en het samengestelde gezin, worden vervolgens een aantal voorbeelden gegeven van de wijze van vererving als sprake is van een samengesteld gezin. Een testament is in het geval van een samengesteld gezin aan te raden: u bepaalt dan namelijk zelf welke kinderen wél of juist niet van u moeten erven, en wie hoeveel erft. Tot slot wordt in deel 2 ook aandacht besteed aan de erfbelasting; hoeveel erfbelasting betalen eigen kinderen, stief- en pleegkinderen?
Vererving door een ‘juridische’ familieband
Om als kind van een ouder te kunnen erven (terwijl die ouder geen testament heeft gemaakt), moeten er familierechtelijke banden zijn tussen het kind en de ouder.
Als er (eenmaal) een juridische band is met een ouder, dan is er automatisch ook een juridische band met alle andere bloedverwanten van deze ouder, zoals diens ouders of andere kinderen. Op dat moment kan het kind ook van hen erven.
Juridisch moederschap
Voor een moeder is over het algemeen deze ‘juridische’ familieband met het kind vaak al duidelijk, omdat het kind uit haar geboren wordt. De ‘biologische’ moeder is dan ook de ‘juridische’ moeder. Het kind kan bij haar overlijden van haar erven.
Bij een vader is het ingewikkelder. De biologische vader is namelijk niet steeds ook automatisch de juridische vader.
Juridisch vaderschap
Een man is de juridische vader van een kind als hij bij de geboorte van het kind met de moeder is getrouwd of een geregistreerd partnerschap heeft. Ook als hij – als echtgenoot of geregistreerd partner van de moeder – overlijdt en de moeder bevalt binnen 306 dagen na zijn overlijden van een kind, dan wordt de overleden man aangemerkt als de juridische vader van dat kind en kan dit kind dus van hem erven.
Het kan zijn dat een kind is verwekt door een andere man dan de man waarmee de moeder is getrouwd. Als het kind geboren wordt tijdens het huwelijk, wordt het kind automatisch geacht het kind te zijn van de echtgenoot van de moeder. Dit is dan niet de biologische vader (de verwekker) van het kind, maar deze persoon wordt op grond van de wet wel de ‘juridische’ vader.
De juridische vader van het kind, of het kind zelf, kan dat ouderschap nog wel ontkennen via een rechterlijke procedure. Als dit slaagt, wordt gedaan alsof het door huwelijk ontstane vaderschap nooit heeft bestaan. De echtgenoot van de moeder is dan dus geen juridisch vader en het kind zal dan ook niet meer van deze man en zijn bloedverwanten kunnen erven op grond van de wet.
Van juridisch vaderschap is ook sprake als de vader het kind heeft erkend, zijn vaderschap gerechtelijk is vastgesteld of als hij het kind heeft geadopteerd.
Let op als u ongehuwd samenwoont en samen een kind verwacht! Bent u de biologische vader, dan erft uw kind alleen van u als u het kind erkent!
Als ouders ongehuwd samenwonen, erft het kind niet automatisch van zijn (biologische) vader. Dit is alleen het geval als de biologische vader het kind heeft erkend, óf als diens vaderschap gerechtelijk wordt vastgesteld. Erken als biologisch vader dan ook uw kind! Dit kan al tijdens de zwangerschap of bijvoorbeeld bij de aangifte van de geboorte. Ook een meerderjarig kind kan (nog) worden erkend.
Erkenning gebeurt door een akte van erkenning op te laten maken door een ambtenaar van de burgerlijke stand (hier zijn geen kosten aan verbonden), of door een akte bij de notaris.
Adoptie
Door adoptie wordt de band van het kind met zijn biologische ouders als het ware doorgesneden. Er ontstaan nieuwe familiebanden met de adoptieouders en de andere kinderen en bloedverwanten van die adoptieouders.
Een adoptiekind is dan dus een ‘echt’ eigen kind geworden en erft vervolgens automatisch ook op dezelfde manier.
Pleegkinderen
Voor pleegkinderen is dit anders. Het komt vaak voor dat andermans kind in het gezin wordt opgenomen. Als er geen sprake is van adoptie, ontstaat er ook geen familieband. Een pleegkind erft dus niet ‘automatisch’ van zijn pleegouder(s).
Als u wilt dat een pleegkind van u erft, moet u een testament maken waarin u het pleegkind tot erfgenaam benoemt. U kunt in een testament ook ervoor kiezen om het pleegkind niet tot erfgenaam te benoemen, maar bijvoorbeeld wel een bepaald geldbedrag te geven, dat het pleegkind uit uw erfenis ontvangt als u overlijdt. Uw notaris kan u hierover nader adviseren.
Hoe zit het bij een halfbroer of -zus en een stiefkind?
Het is van belang om onderscheid te maken tussen een halfbroer of -zus en een stiefkind.
In de relatie tussen kinderen onderling kan sprake zijn van halfbroers- of zussen.
Halfbroers of -zussen hebben één gemeenschappelijke ouder. Er is een band met die ene gemeenschappelijke ouder, maar niet met de andere ‘ouder’ (ook wel stiefouder genoemd). Zo’n kind erft dus niet van zijn stiefouder, tenzij de stiefouder dat bij testament anders heeft geregeld.
In de relatie tussen de (nieuwe) echtgenoot van een ouder en een kind, kan sprake zijn van een stiefkind. Een stiefkind is een kind uit een eerdere relatie van een van de echtgenoten. Een stiefkind heeft geen juridische band met de (nieuwe) partner van zijn ouder (zijn stiefouder).
In het plaatje hieronder zijn B en A halfbroers. Ook B en C zijn halfbroers. Ze hebben immers één ouder gemeenschappelijk. A en C hebben geen band met elkaar. A is een stiefkind van ouder E en C is een stiefkind van ouder D. A en C zijn ‘stiefbroers’ van elkaar.
Regeling wettelijke erfopvolging: wie erven er en voor welke delen?
Volgens de wet zijn in de eerste plaats de langstlevende ouder samen met de eigen kinderen erfgenamen, ieder voor een gelijk deel. Soms vindt er ‘plaatsvervulling’ plaats. Een voorbeeld van plaatsvervulling is dat de kinderen van een vooroverleden kind, de plaats van dit overleden kind innemen als erfgenaam. Deze in de plaats tredende (klein)kinderen, erven dan samen het deel van het vooroverleden kind.
Als er in die eerste groep niemand is (er is geen langstlevende ouder en er zijn ook geen eigen afstammelingen), dan komt de tweede groep de beurt: de ouders, (half)broers en (half)zussen van de overledene. De wet bepaalt dan dat het erfdeel van de ouders tenminste een kwart (25%) moet zijn. Bovendien bepaalt de wet dat een halfbroer/-zus de helft erft van wat een ‘volle’ broer/zus erft. Voor het overige erven de personen in deze groep voor gelijke delen.
Als er in de tweede groep niemand is, komt de derde groep of zelfs vierde groep aan de beurt.
Over het systeem van de wettelijke erfopvolging leest u uitgebreid in MET RECHT GEREGELD 2020-10. Van de wettelijke erfopvolgingsregeling kan bij testament worden afgeweken en een andere regeling op maat worden gemaakt.
Bent u benieuwd naar voorbeelden over de vererving op grond van de wet, als sprake is van een samengesteld gezin, lees dan ook deel 2 over het erfrecht en het samengestelde gezin. Daarin wordt ook aandacht besteed aan het belang van een testament en de erfbelasting.
Samenvatting en tip
Op grond van de wettelijke erfregels erft een kind alleen van zijn ‘ouder’ als een kind op het moment van het overlijden van diens ‘ouder’ een familieband had met deze ouder. Die familieband is er soms automatisch en soms moet die ‘gevormd’ worden (dat gebeurt bijvoorbeeld in geval van een adoptie).
Een stiefkind erft niet automatisch van zijn stiefouder op grond van de wet, wanneer zijn stiefouder overlijdt. Een stiefouder kan een stiefkind wel in zijn testament als erfgenaam benoemen. Dat geldt ook voor een pleegkind.
Voor samengestelde gezinnen is het aan te raden om bij een notaris een testament te maken en de zaken vooraf – geheel conform uw wensen en dus op maat – goed te regelen.
Zit u in een lastige gezinssituatie en/of wilt u meer advies over dit onderwerp? Neem dan contact op met uw notaris of een andere deskundige adviseur.