Het is geen uitzondering dat erfgenamen in een testament een periodieke lijfrenteverplichting krijgen opgelegd ten gunste van een ANBI-instelling (goed doel), waarvan de periodieke uitkeringen zijn vastgelegd in een notariële akte. Wat nu als in die akte wordt bepaald dat de uitkeringen gedurende het leven van erflater en een of meer van haar erfgenamen moeten worden gedaan en dat die erfgenaam na het overlijden alsnog schenkingen bij notariële akte voor het jaar van overlijden en het jaar daaropvolgend doet? Heeft de erfgenaam dan recht op giftenaftrek voor de inkomstenbelasting?
Uit recente jurisprudentie blijkt dat dergelijke betalingen aftrekbaar zijn als een periodieke gift. De vereiste van vrijgevigheid is in dat geval niet relevant. Na het overlijden van de schenker is de verplichting tot het doen van de periodieke schenkingen immers overgegaan op de erfgenamen. De erfgenamen kunnen om die reden de giftenaftrek toepassing in het jaar van voldoening van de lijfrentetermijnen.
Er zijn twee peilmomenten bij de aftrek van periodieke giften, namelijk het moment waarop de schenking tot stand komt en het tijdstip waarop de termijn daadwerkelijk wordt betaald. Het moment waarop de schenking tot stand komt is het moment waarop de ANBI een periodieke uitkering krijgt aangeboden en deze aanvaardt. Op dat moment wordt er op grond van de wet inkomstenbelasting getoetst of sprake is van een schenking in de vorm van een periodieke gift. Het tijdstip waarop de termijn wordt betaald is bepalend voor de giftenaftrek.
Wilt u meer weten over lijfrenteschenkingen en de daarbij behorende giftenaftrek? Bel ons of klik op de link “Meer informatie” op onze homepage en wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op.