Een woning in een nalatenschap betekent in veel gevallen dat er wat te verdelen is onder de erfgenamen. Dat wordt wat ingewikkelder als één van de kinderen uitgesloten is als erfgenaam en slechts een beroep kan doen op zijn of haar legitieme portie (minimumdeel op grond van de wet). De basis voor de waardering van de nalatenschap is de waardering van alle bezittingen en schulden op het moment van overlijden. Heeft een waardedaling nadien gevolgen voor de legitieme portie van het kind dat geen erfgenaam is?
Eind vorig jaar deed het hof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in een dergelijke zaak, waarin de erfgenamen vonden dat de legitieme portie van hun broer verlaagd moest worden omdat het huis van hun overleden moeder na haar overlijden in waarde was gedaald.
Uitgangspunt voor de hoogte van de legitieme portie is de waardering van alle bezittingen op of direct na het moment van overlijden. Die waarde wordt verminderd met de dan bestaande schulden. In principe is een waardestijging of –daling na dat moment niet relevant. Op grond van de wet moeten erfgenamen en zij die recht hebben op een legaat of legitieme portie zich ten opzichte van elkaar redelijk en billijk gedragen. Dat de waarde van het huis na het moment van overlijden daalt en de kosten toch doorlopen gaat de rechthebbende op de legitieme portie niet aan. Die is vrij om zelfs beslag te leggen op goederen uit de nalatenschap om zijn deel veilig te stellen.
Wilt u meer weten over de verhouding tussen erfgenamen en rechthebbenden op de legitieme portie of legaten? Bel ons voor het maken van een afspraak.