Regelmatig
komt het voor dat iemand een testament laat opstellen en dat vóór ondertekening
van de te passeren versie de opsteller overlijdt. Wie in het concept als enig
erfgenaam is benoemd, vist achter het net.
In
dergelijke gevallen wil de begunstigde nogal eens bij de rechtbank een verklaring
voor recht vragen dat hij of zij enig erfgenaam is en dat het concepttestament
heeft te gelden als een wettig opgemaakt notarieel testament. Redelijkheid en billijkheid
zijn veel gebruikte argumenten om afwijking van de vormvoorschriften in de ogen
van de begunstigde te rechtvaardigen.
Een
concepttestament is geen notariële akte of een aan de notaris in bewaring
gegeven onderhandse akte. Gebruikelijk is dat de notaris na een of meer
gesprekken met de erflater een concepttestament opstelt en het concept met de
erflater doorneemt. Ook al heeft de erflater voldoende indicaties achtergelaten
waaruit kan blijken dat het concept in
overeenstemming is met zijn of haar wil, betekent nog niet dat ook op het
moment van het passeren van de akte de wil van de erflater nog steeds dezelfde
zou zijn als vastgelegd in het concepttestament. Het toetsingsmoment is namelijk
het verlijden van de notariële akte. Op die momenten is de notaris alleen met
de erflater, vaak in tegenstelling tot eerdere gesprekken met de notaris
waarbij een partner aanwezig was.
Bij
het passeren van de akten bespreekt de notaris de zakelijke inhoud van de akte
en geeft daarop een toelichting. Daarmee wordt gewaarborgd dat de notariële
akte de wil van de erflater weergeeft. Als dat toetsmoment er niet is geweest,
kunnen de vormvoorschriften voor een testament niet worden los gelaten.
Wilt
u meer weten over het opmaken van een testament? Bel ons voor het maken van een
afspraak.