Denk aan wettelijke regels bij schenking op papier

  

In de laatste maanden van het jaar wordt nogal eens bij de notaris de vraag gesteld hoe vermogen van ouders naar kinderen kan worden overgeheveld om bijvoorbeeld de heffing van erfbelasting te besparen bij overlijden.
In de eerste plaats kan worden geschonken in contanten van de spaarrekening. Dat is de gemakkelijkste vorm van schenken en kan onderling worden geregeld tussen ouders en kinderen.
Maar zit het vermogen vast, bijvoorbeeld in een huis, en heeft u niet de beschikking over veel contanten, of wilt u uw financiële buffer behouden op uw spaarrekening, dan kunt u toch nog wel profiteren van de belastingvoordelen van schenken. 
U kunt dan namelijk op papier een bedrag schenken. Pas na uw overlijden krijgt uw kind dit bedrag ook echt in handen. Uw vermogen verminderd op papier en uw kind krijgt het bedrag niet in handen. Het bedrag dat op papier is geschonken leent u direct weer terug van uw kind. U moet wel jaarlijks rente gaan betalen aan uw kind over het bedrag dat u op papier geschonken heeft. Deze rente bedraagt 6%. Als u meerdere jaren een dergelijke schenking doet zal u dus steeds meer rente aan uw kind moeten betalen.
In de aangifte inkomstenbelasting moet u in box III opgeven dat u een schuld heeft aan uw kind. Uw kind geeft bij zijn aangifte inkomstenbelasting in box III op dat hij een vordering heeft op u. Uw kind gaat dus wel extra inkomstenbelasting betalen als hij in box III boven de vrijstelling uitkomt. Het geld dat u op papier schenkt, valt dus niet meer onder uw vermogen. Daardoor hoeven uw erfgenamen na uw overlijden minder erfbelasting te betalen.

Notariële akte

Voor een dergelijke schenking gelden wel wettelijke regels. Een schenking op papier moet u namelijk regelen via de notaris in een notariële akte! Om notariskosten te besparen wordt soms een contante schenking gedaan en onderhands het geld terug geleend. Recent heeft de rechter een uitspraak gedaan over deze terugleenconstructie.
Een kind kreeg van zijn ouders als schenking een geldbedrag overgeboekt. Een paar dagen later boekte het kind geldbedragen als lening terug naar zijn ouders. De lening is ook beschreven in een getekende onderhandse akte. Afgesproken was dat de lening voor onbepaalde tijd niet opeisbaar was en dat de lening uiterlijk bij het overlijden van de langstlevende ouder moest zijn afgelost. Na het overlijden van de eerste ouder moest een aangifte voor de erfbelasting worden gedaan. Vervolgens is een geschil ontstaan met de belastingdienst over de vraag of de helft van de schuld aftrekbaar was bij de berekening van de erfbelasting.
De inspecteur van de Belastingdienst stelde dat de schuld niet aftrekbaar was omdat de overeenkomst niet in een notariële akte was vastgelegd. 
De rechter gaf de inspecteur op dit punt gelijk. Volgens de rechter was het aannemelijk dat de ouders en het kind niet de intentie hadden om de lening al tijdens het leven van de ouders terug te storten. Daarbij is er door de rechter op gelet dat er sprake was van een kort tijdsverloop tussen de betalingen over en weer, het ondertekenen van de leenovereenkomst en het aangaan van de lening voor onbepaalde tijd.
De rechter ziet deze constructie als een schenking die pas na de dood van de schenker wordt uitgevoerd. En daarvoor moet een notariële akten worden gemaakt.
De lening was dus niet aftrekbaar en er moest meer erfbelasting worden betaald.
Wilt u meer weten over de mogelijkheden om te schenken, neemt u dan contact met ons op. Wij zullen u hierover graag adviseren.