Wij krijgen nogal eens de vraag wat een boedelbeschrijving precies is en wanneer deze opgemaakt moet worden. Vaak denkt men dat een boedelbeschrijving een beschrijving is van de inboedelgoederen die in een nalatenschap aanwezig zijn. Met “boedel” wordt echter niet de inboedel bedoeld, maar een hele nalatenschap. Een boedelbeschrijving is dan ook een inventarisatie van alles wat tot een nalatenschap behoort, dat zijn alle bezittingen en alle schulden van een overledene. De boedelbeschrijving geeft de samenstelling van de nalatenschap weer op de datum van overlijden.
De boedelbeschrijving wordt dus opgemaakt na iemands overlijden. Een boedelbeschrijving is verplicht als de nalatenschap door één of meer erfgenamen beneficiair is aanvaard (“onder het voorrecht van boedelbeschrijving”). Deze manier van aanvaarden wordt aangeraden als het onzeker is of de nalatenschap een positief saldo heeft, om te voorkomen dat de erfgenamen met hun eigen geld schulden van de overledene moeten betalen.
Het kan ook zijn dat een nalatenschap wel een positief saldo heeft maar dat een erfgenaam minderjarig is of onder bewind is gesteld, toegelaten is tot de wettelijke schuldsanering of failliet is verklaard. In deze gevallen moet een wettelijk vertegenwoordiger of bewindvoerder of curator de nalatenschap namens de erfgenaam beneficiair aanvaarden, ook als er een positief saldo is.
Na een beneficiaire aanvaarding moet de nalatenschap op een bepaalde wettelijk voorgeschreven wijze worden vereffend. De eerste taak die dan op de erfgenamen rust is het opmaken van een boedelbeschrijving. Deze moet ter inzage worden gelegd bij de griffie van de rechtbank of op het kantoor van de boedelnotaris. Belanghebbenden, zoals schuldeisers, kunnen de boedelbeschrijving inzien. De boedelbeschrijving hoeft niet ter inzage te worden gelegd als de kantonrechter de erfgenamen (op hun verzoek) van deze verplichting heeft ontslagen.
Als de overledene in zijn of haar testament een executeur heeft benoemd en deze persoon die benoeming heeft aanvaard, is de executeur verplicht een boedelbeschrijving op te maken en deze aan de erfgenamen te verstrekken. Op deze manier verschaft de executeur informatie over de samenstelling van de nalatenschap aan de erfgenamen. De executeur is verplicht een boedelbeschrijving op te maken, ongeacht of het saldo van de nalatenschap positief of negatief is.
De kantonrechter kan ook op verzoek bevelen dat er een boedelbeschrijving wordt opgemaakt. Dit is altijd een notariële boedelbeschrijving, de kantonrechter wijst in het bevel een notaris aan die de akte zal opmaken. Een bevel tot het opmaken van een boedelbeschrijving kan worden verzocht door bijvoorbeeld de echtgenoot of geregistreerd partner van de overledene, door een erfgenaam of de executeur, maar ook door andere personen die aantonen dat zij voldoende belang hebben bij een boedelbeschrijving.
Vormvereisten
De regels over de vorm van de boedelbeschrijving staan in artikel 671 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Als alle partijen akkoord zijn en het vrije beheer over hun vermogen hebben, kan de boedelbeschrijving in een onderhandse akte, in alle andere gevallen moet de boedelbeschrijving in een notariële akte worden vastgelegd.
Personen die niet “het vrije beheer over hun vermogen” hebben, zijn bijvoorbeeld minderjarigen, degenen die onder bewind of curatele zijn gesteld, die failliet zijn of zijn toegelaten tot de wettelijke schuldsanering. Doet zich één van deze omstandigheden voor bij een erfgenaam, dan moet de boedelbeschrijving in een notariële akte plaatsvinden. In een notariële boedelbeschrijving wordt ook een eed of belofte opgenomen, af te leggen door de persoon (of personen) die de beschreven goederen in zijn bezit heeft of heeft gehad, of in het huis waarin de goederen zich bevinden heeft gewoond. Hij moet verklaren dat hij niets heeft verduisterd, noch gezien heeft, noch weet dat iets verduisterd is.
Als iedere erfgenaam het vrije beheer over zijn vermogen heeft en geen van hen prijs stelt op een notariële beschrijving, dan mag de boedelbeschrijving onderhands.
Onderhands wil zeggen dat het stuk is opgesteld zonder tussenkomst van een notaris. Ook een aangifte erfbelasting kan dienen als onderhandse boedelbeschrijving.
Opzettelijk verzwijgen
Als een erfgenaam opzettelijk goederen heeft verzwegen en deze buiten een notariële boedelbeschrijving heeft gehouden, heeft dat gevolgen. Blijkt bijvoorbeeld achteraf dat er goederen (of geldsommen) die een erfgenaam wel bekend waren niet aangegeven zijn, heeft de erfgenaam een valse eed afgelegd en kan hij daarvoor strafrechtelijk worden vervolgd. Ook loopt die erfgenaam het risico om alle aanspraken te verliezen op de goederen of gelden die hij heeft verzwegen.
Het opzettelijk verzwijgen van goederen kan dus aanzienlijke consequenties hebben.
Het belang van een notariële boedelbeschrijving zit hem met name in de afgelegde eed of belofte, die ontbreekt in een onderhandse boedelbeschrijving. De eed of belofte draagt ertoe bij dat de boedelbeschrijving zoveel mogelijk waarheidsgetrouw is.
Het nut van een notariële boedelbeschrijving is tweeledig: enerzijds de bewijskracht en anderzijds de bewarende functie. De bewijskracht is sterk en eventuele toekomstige discussies over de samenstelling van de nalatenschap worden voorkomen. Daarnaast beperkt de boedelbeschrijving het risico dat goederen verdwijnen. Zou dat toch gebeuren, dan is er nog bewijs dat de goederen er wel degelijk waren en wat de waarde ervan was.
Conclusie is dat in veel gevallen een onderhandse boedelbeschrijving voldoet. Echter, ook in gevallen waarin dit niet verplicht is kan een notariële boedelbeschrijving toch nut hebben, vooral als erfgenamen vermoeden dat er goederen zijn weggemaakt of worden achtergehouden.
Wilt u advies over een boedelbeschrijving of over andere zaken die de afwikkeling van een nalatenschap betreffen, neemt u dan gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder.