Het komt nogal eens voor dat een huiseigenaar een (nieuwe) relatie aangaat waarbij de partner zich bij de gemeente inschrijft op het adres van de huiseigenaar. Als er sprake is van een lopende hypotheek dan is de partner niet aansprakelijk voor het betalen va rente en aflossing. Mocht de relatie onverhoopt misgaan dan komt de partner er zonder financiële kleerscheuren van af.
Echter, als tijdens de samenwoonrelatie de hypotheek van de huiseigenaar wordt overgesloten voor bijvoorbeeld een verbouwing dan zal de bank in bijna alle gevallen eisen dat de partner mee tekent als hoofdelijk aansprakelijk debiteur. Dit gaat goed zolang de relatie in stand blijft. Als er een samenleefcontract is mogen de huiseigenaar en de partner zelfs samen de hypotheekrente aftrekken van de inkomstenbelasting. Het gaat echter mis zodra de liefde over is en de partner de woning verlaat. Ondanks dat de partner geen mede-eigenaar van de woning is blijft hij of zij aansprakelijk voor de volledige hypotheekschuld. Stel dat de huiseigenaar zijn of haar baan kwijtraakt en stopt met de maandelijkse betalingen aan de bank. Dan klopt de bank bij de inmiddels ex-partner aan en zal die domweg moeten betalen.
Recent speelde hierover een rechtszaak waarbij de samenwoonrelatie van de huiseigenaar en de partner meer dan tien jaar geleden is geëindigd. De partner wilde zelf een woning kopen maar daarvoor moet hij eerst ontslagen worden uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld die betrekking heeft op de woning van de huiseigenaar. Omdat die niet reageert op verzoeken van de ex-partner om mee te werken aan zijn ontslag uit de aansprakelijkheid jegens de bank is hij een kortgedingprocedure gestart waarin hij vordert dat hij wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid dan wel dat de huiseigenaar wordt veroordeeld om de woning te verkopen tegen de marktwaarde.
De Voorzieningenrechter van dienst heeft de vorderingen afgewezen omdat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat hiervoor een rechtsgrond bestaat. De huiseigenaar is in de procedure niet komen opdagen en heeft geen verweer gevoerd. Als een gedaagde partij geen verweer heeft gevoerd is het algemene uitgangspunt dat de vorderingen van een eisende partij in beginsel voor toewijzing vatbaar zijn. Voorwaarde is dan wel dat deze vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen. In dit verband is van belang dat het gestelde de vordering en het beoogde rechtsgevolg moet kunnen dragen. Daar ging het voor de ex-partner mis. Van een samenlevingsovereenkomst, een geregistreerd partnerschap of een huwelijk was geen sprake zodat daarin geen aanknopingspunten kunnen worden gevonden. Het enkele feit van eigendom van de woning betekent niet dat de huiseigenaar ervoor moet zorgen dat de ex-partner wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. Ter zitting verklaarde de ex-partner dat hij zich destijds, in (te) goed vertrouwen dat het wel goed zou komen, bewust verbonden aan de hoofdelijke aansprakelijkheid waarbij hij wist dat de woning volledig eigendom was van zijn partner.
De moraal van dit verhaal is: teken niet mee voor een hypotheek op een woning waarvan u zelf geen (mede)eigenaar bent. Zo voorkomt u dat u tot in lengte van jaren achtervolgd wordt voor de hypotheek van een ex-partner. Via de notaris hadden beiden een prachtige regeling kunnen treffen waardoor de geschetste problemen voorkomen hadden kunnen worden.
Wilt u meer weten over het mee-tekenen op een hypotheek of de risico’s op hoofdelijke aansprakelijkheid? Bel ons voor het maken van een afspraak.