Een kind dat geboren wordt tijdens het huwelijk in een lesbische relatie krijgt ook in juridische zin meestal twee moeders, de biologische moeder en de “meemoeder”. Echtscheidingen in deze relaties brengen nogal eens de wens met zich mee of de erkenning door de meemoeder na de echtscheiding te laten vernietigen door de rechter. Voor de rechter zijn in dergelijke gevallen de familierechtelijke banden met de bloedverwanten van beide moeders van doorslaggevend belang.
Na erkenning oefenen beide ouders gezamenlijk het
ouderlijk gezag uit over het kind. Onlangs speelde een kwestie waarin de
meemoeder stelde niet erg betrokken te zijn geweest bij de zwangerschap van haar
partner omdat beiden toe al in een echtscheidingsprocedure waren verwikkeld.
Ook de biologische moeder wil het juridisch ouderschap weer bij haarzelf alleen
onderbrengen.
Beide vrouwen hadden een langer relatie waarvan een
deel in huwelijksverband. De meemoeder was bij de bevalling aanwezig en heeft
een aantal maanden ook deels voor het kind gezorgd. Daarna was er geen sprake
meer van contact tussen de meemoeder en het kind. Haar ouders echter pasten
daarna en nog steeds het merendeel van de week op het kind. De meemoeder wil
wel de biologische moeder financieel blijven helpen met de opvoeding van het
kind.
Voor de rechter is wat betreft de juridische relatie
tussen meemoeder en kind niet de juridische situatie van het moment bepalend,
maar het belang van het kind. Het argument van het in overeenstemming brengen
van de juridische en de biologische werkelijkheid niet opgaat. Juridisch
ouderschap van de meemoeder staat immers altijd los van de biologische
werkelijkheid, behalve als zij genetisch
materiaal heeft afstaan aan de biologische moeder. Dat laatste zou een argument
kunnen zijn.
Beide moeders hebben gezamenlijk besloten een kind ter
wereld te brengen. Zolang er geen andere ouder is met wie het kind in
gezinsverband kan opgroeien, of van een donor die het kind wil erkennen, is de
kans groot dat de rechter oordeelt dat in het belang van het kind de bestaande
juridische situatie blijft gehandhaafd, met twee juridische ouders en met familierechtelijke
banden met de bloedverwanten van beide moeders. Of dat altijd zo zal blijven,
hangt af van factoren als de verstandhouding tussen beide moeders, de financiële
ondersteuning en – in dot geval – de betrokkenheid van de ouders van de
meemoeder. Zolang dat niet verandert is het niet in het belang van het kind om
het juridisch ouderschap te veranderen.
Wilt u meer weten over meemoederschap en de juridische
verhoudingen in een lesbische ouderrelatie? Bel ons voor het maken van een afspraak.